Tag: Nieuws


Terug naar Zweden

We gaan terug naar Zweden. Het blijft toch te veel trekken. Het afgelopen anderhalf jaar hebben we – mijn vrouw en ik – er vaak en diep over nagedacht, en de conclusie is: we willen daar zijn. Het is niet zo dat ons leven hier in Nederland niet goed of niet fijn is. En als je me vóór het jaar dat we eerder in Zweden doorbrachten had verteld dat ik er ‘voor vast’ heen zou gaan verhuizen, dan had ik je voor gek verklaard. Ons rijke leven hier: de fijne school, een heerlijk huis in Delft, uitdagend werk als cabaretier, columnist en ontwerponderzoeker, familie en vrienden. Waarom zouden we weggaan? Maar als je vraagt ‘Waar willen jullie zijn?’, dan is dat daar, in dat kleine dorpje in Zweden.

Het lijkt soms wel alsof de lezers van mijn columns in de Volkskrant en volgers op ‘de socials’ eerder door hadden hoe goed we daar pasten, dan wij zelf. ‘Jullie komen vast nooit meer terug naar Nederland,’ schreven velen. We lachten het weg en we kwamen wel terug. Maar gaan dus uiteindelijk ook weer terug-terug. Als je wilt lezen waarom, over hoe we het daar hadden, en wat ons daaraan aansprak (maar ook wat lastig was), dan kun je dat teruglezen in mijn boek Bonusland.

Het is niet zozeer dat we hier weg willen, als wel dat we daarheen willen. De fysieke plek daar op het platteland, de manier van leven, maar ook de cultuur en de mensen. Wat ook trekt is om het leven een andere draai te geven, en je onder te dompelen in een maatschappij die je nog niet zo goed kent, die je nog uit moet vogelen. De taal, de cultuur, hoe het dagelijks leven werkt. Het is eigenlijk ook wel eens fijn om dingen níet te weten. Het leven in Zweden is een puzzel die ik nog nooit heb gelegd, waarvan ik zelfs niet precies weet wat erop staat. Ik ben nu 45, een mooi punt om nog eens een keer echt een andere afslag te nemen.

We hebben een huis gekocht in het dorpje in de buurt van Karlstad waar we eerder een jaar doorbrachten, hemelsbreed nog geen kilometer van het huis dat we twee jaar geleden huurden. De jongens gaan terug naar dezelfde plattelandsschool, de plattelandswinkel (‘lanthandel’) ligt nog steeds om de hoek. Komende zomer verhuizen we. Onze drie jongens – inmiddels Zes, Acht en Tien – vinden het leuk om te gaan, maar natuurlijk ook spannend. En wat verdrietig. Weggaan uit het huis waar ze zijn opgegroeid. Weg bij familie en vrienden. Bij wie en wat we zo goed kennen. Net zoals mijn vrouw en ik dat voelen dus eigenlijk.

Hoe ik mijn professionele leven in Zweden ga invullen, dat ben ik nu aan het verkennen. Daarheen verhuizen betekent in ieder geval dat ik stop als cabaretier. Ik heb hier in Nederland een fijn eigen publiek opgebouwd, maar dat laat zich lastig meenemen naar Zweden. Ook heb ik nu zo’n vijftien jaar solocabaret gecombineerd met columns en boeken schrijven en met onderzoek doen naar ontwerpen en innovatie. Ik heb vijf cabaretvoorstellingen gemaakt, een serie waar ik met trots op terugkijk. Inclusief de huidige, die de achteraf voorspellende titel ‘Tot Hier en Niet Verder’ heeft, waarin veel op z’n plek valt en die fijne kritieken kreeg. Ik rond daarmee mijn werk als cabaretier op een mooie manier af. Het voelt goed, rond. En ja, ik voel weemoed, maar heb ook wel zin om wat meer focus aan te brengen qua werk. Ik zal – zo denk ik nu – wat minder verschillende dingen gaan doen, en daardoor meer tijd en aandacht kunnen geven aan dat wat ik doe. Ik wil in ieder geval blijven schrijven en verken momenteel de mogelijkheden om in Zweden meer te gaan doen als ontwerponderzoeker, zoals ik dat nu al doe bij de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft. Ik blijf zeker ook columns en boeken schrijven, en ontwerpen uitleggen en onder de aandacht brengen van een groter publiek.

Maar voor we van de zomer vertrekken ga ik genieten van de tijd die ons nog rest in Nederland. Ik merk dat, nu ik weet dat we naar Zweden gaan, ik al met andere ogen kijk. Optreden vond ik altijd al heerlijk, maar ik geniet nu nog intenser van het spelen van ‘Tot Hier en Niet Verder’, dat onder andere gaat over mijn tijd in Zweden en omgaan met verandering. De speellijst tot aan de zomer vind je hier. En volgend theaterseizoen kom ik vanuit Zweden nog drie keer een week terug naar Nederland voor een allerlaatste repriseseizoen, onder andere 4 oktober in Wijchen en 22 oktober in Haarlem. Op vrijdag 21 oktober is er een afscheidsoptreden in/van mijn thuisstad Delft, en mijn aller- allerlaatste, zal zijn op maandag 14 november in Diligentia in Den Haag.

‘Gaan jullie voor altijd?’, vroegen familie en vrienden toen we vertelden dat we gaan verhuizen. Dat weten we niet. In ieder geval is het met een open einde. Voorlopig voor altijd. Daarna zien we wel weer.

Er is HOOP

Zondag 29 september werd in een afgeladen Paradiso het boek HOOP gepresenteerd, waaraan Jasper een bijdrage mocht leveren.

Het zijn vreemde tijden, met veel zorgwekkende ontwikkelingen op politiek, cultureel, maatschappelijk en ecologisch gebied. Daardoor kijkt Joris Luyendijk voor het eerst in zijn leven niet met onvoorwaardelijk vertrouwen naar de toekomst. Tegelijk weet hij dat er ongekend veel goed gaat in de wereld. Het probleem is alleen dat dit lang niet altijd goed zichtbaar is. Daarom vroeg Luyendijk aan 100 wetenschappers, ondernemers en kunstenaars: ‘Hoe hou jij hoop?’

Dit was Jaspers antwoord.

Woorden

Ik zie meer dan genoeg om hoop van te krijgen. Zo zie ik dat mijn studenten bij de TU Delft steeds minder willen werken voor grote corporate bedrijven die weinig doen aan duurzaamheid. Dit zijn studenten die op hun allereerste dag aan de universiteit de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de VN te zien krijgen, met daarbij de vraag: hoe ga jíj hieraan bijdragen? Maar ook van zichzelf steken ze al anders in elkaar dan mijn generatie, die met al onze technische kennis maar al te graag bij banken en grote consultants aan de slag ging. De huidige generatie daarentegen wil werken voor een bedrijf dat maatschappelijk gezien iets toevoegt.

Ook raak ik er opgetogen van als ik van theaterdirecteuren hoor dat bezoekers weer vaker bewust in kleine zalen gaan kijken naar acts die ze nog niet kennen; dat men kennelijk het experiment weer een beetje opzoekt.

En onlangs publiceerde staatssecretaris Knops, verantwoordelijk voor de digitalisering van de overheid, een kamerbrief waarin hij stelt dat alle overheidsdiensten voor iedereen toegankelijk zouden moeten zijn. Je zou verwachten dat de overheid dit altijd al als uitgangspunt had, maar tot nu toe was de praktijk toch vaak dat de burger zich aan moest passen aan de overheid in plaats van andersom. En die houding in combinatie met de digitalisering van overheidsdiensten maakt het gevaar van uitsluiting van kwetsbare groepen nog veel groter. We zijn er nog niet, maar de brief van de staatssecretaris is in ieder geval een begin.

Als ik zeg dat ik van dat alles hoop krijg, dan lieg ik niet. Maar het is ook niet de hele waarheid. Het Fotografiemuseum in Amsterdam vroeg kinderen ooit om te vertellen wat de tentoongestelde foto’s bij hen losmaakten. Een kind schreef bij een foto: ‘Zien is niet geloven, geloven is zien.’ En die anonieme twaalfjarige raakt denk ik wel de kern. Geloof. Hoop die je kunt voelen zónder dat daar concrete aanwijzingen voor zijn. Want hoe fijn de hoop ook is die je krijgt door veranderingen die zich al aftekenen, de hoop die je kunt voelen ook als er geen enkele reden is om die te hebben, die is misschien nog wel belangrijker. Die ene zin die je ook hoop geeft als het uitzichtloos is: ’t Het nog nooit, nog nooit zo donker west, of ’t wer altied wel weer licht.’ van Ede Staal.

Ik ben niet gelovig, maar ik geloof wel dat hoop woont in woorden. In de aanloop naar de midtermverkiezingen in de VS kreeg Beto O’Rourke, de democratische senaatskandidaat voor Texas, tijdens een townhall meeting de vraag hoe hij dacht over zwarte American-footballspelers die, uit protest tegen politiegeweld tegen zwarte burgers, knielden voor het volkslied in plaats van te gaan staan. In het doorgaans dieprepublikeinse Texas, dat sinds 1988 geen democratische senator meer had gekozen, is deze vraag een politiek mijnenveld. Maar O’Rourke wond er geen doekjes om: hij vond dat deze sporters het volste recht hadden dit te doen en legde daarna uit waarom. Met een combinatie van directheid, welbespraaktheid en empathie die je maar zelden ziet. Het filmpje van de bezwete O’Rourke in hemdsmouwen ging viraal. Uiteindelijk verloor hij met slechts twee procentpunt.

Het waren zijn woorden die een vooraf kansloos geachte campagne veranderden in een van de spannendste races bij de senaatsverkiezingen en die een enorme energie losmaakten bij de Democraten.

Eerst komen de woorden, de ideeën, en dan de hoop. En dán pas komen de eerste tekenen van verandering die de hoop bestendigen en vleugels geven. Zoals Robin Williams zei in Dead Poets Society: ‘No matter what anybody tells you, words and ideas can change the world.’ En dat geloof jij ook. Anders had je dit boek niet opgepakt.

* * *

Meer over het boek op de site van de uitgever, Maven Publishing.

Foto: Eva Wertheimer

Janus te streamen en downloaden

De registratie van Jaspers meest recente voorstelling Janus is per vandaag te beluisteren op streaming- en downloaddiensten:

Over Janus

In Janus bekijkt Jasper van Kuijk de zaken rigoureus van twee kanten. Want in onze gepolariseerde wereld lijkt het wel steeds óf-óf, maar het is natuurlijk net zo vaak én-én. Daarom laat Van Kuijk zijn compromisloze nuance los op de actualiteit. Cabaret om bij naar voren te leunen, dat én ergens over gaat én vermaakt.

Boekpresentatie: ‘Ligt het nou aan mij?’

 

Op vrijdagavond 7 juni vindt in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam de boekpresentatie plaats van Jaspers nieuwste boek ‘Ligt het nou aan mij?’. De avond is vrij toegankelijk, maar je moet wél even reserveren.

‘Ligt het nou aan mij?’ Een vraag die we allemaal weleens gesteld hebben terwijl DigiD je wachtwoord blijft weigeren, de televisie lastiger opstart dan de gemiddelde kerncentrale of de kaartautomaat recalcitrant gedrag blijft vertonen… Goed nieuws: het ligt niet aan jou, want het kan beter. Veel beter.

Gebruiksgericht ontwerpen is een ontwerpstroming die ervoor zorgt dat producten en diensten aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van gebruikers. Op deze avond krijg je een inzicht in wat gebruiksgericht ontwerpen precies inhoudt, door presentaties over alle relevante principes en de leukste voorbeelden uit de praktijk.

PROGRAMMA

Jasper van Kuijk (Foto: Els Zweerink)

Gebruiksgericht ontwerpen: principes en proces

Jasper van Kuijk geeft je inzicht in de verschillende typen ‘design’ die je zoal tegen kunt komen: als kunst, vormgeving of oplossing. Hij laat zien bij welke stroming gebruiksgericht ontwerpen hoort en wat deze aanpak inhoudt (en waar en waarom het vaak grandioos misgaat).

Een gebruiksvriendelijke GVB-kaartautomaat

Anna Offermans – Fabrique

Hoe maak je een kaartautomaat waarmee alle reizigers in het Amsterdamse OV – nieuwe en ervaren, internationaal en Mokums – ‘als vanzelf’ het juiste kaartje of de juiste informatie vinden? Anna Offermans, User Experience lead bij strategisch interactiebureau Fabrique, laat het zien. Veldonderzoek, gebruikstesten, prototypes, alles komt langs.

Het familiegesprek: samen nadenken over je (financiële) toekomst

Sanne Kistemaker – Muzus

Gebruiksgericht ontwerpen gaat verder dan producten of gebruiksinterfaces. Servicedesignbureau Muzus ontwierp ‘familiegesprekken’, praatpakketten die je uitnodigen om samen met familieleden na te denken over hoe je je gezamenlijke toekomst ziet. Bijvoorbeeld op financieel vlak of qua zorgtaken. Muzus-oprichter en directeur Sanne Kistemaker laat zien hoe ze dat deden met nauwe betrokkenheid van de doelgroep.

Boekuitreiking: Ligt het nou aan mij?

Philippe Remarque (foto: Jiri Buller)

Het eerste exemplaar zal uitgereikt worden aan Philippe Remarque, hoofdredacteur van de Volkskrant. En wellicht zal Remarque ook te verleiden zijn om een parallel te trekken tussen schrijven en gebruiksgericht ontwerpen.

Boek bestellen

‘Ligt het nou aan mij?’ is te reserveren/bestellen bij diverse online boekhandels (bijvoorbeeld Bol, Libris en Bruna) en natuurlijk binnenkort ook te koop bij de boekhandel bij jou in de buurt.

Een jaar naar Zweden

Ik vertrek. Of eigenlijk: ‘we vertrekken’. Ik ga vanaf augustus een jaar met mijn gezin in Zweden wonen. Op het platteland, in een rood-wit huis met een groot weiland voor de deur, een bos erachter en een meer om de hoek. Dat kan omdat ik komend theaterseizoen voor het eerst in negen jaar niet in de theaters sta; door dat ‘sabbatical’ kunnen we er nu met z’n allen een jaar echt tussenuit.

Een van de redenen om naar Zweden te gaan is dat mijn moeder Zweeds is. Hoewel ik niet tweetalig ben opgevoed heb ik tot mijn zestiende wel ongeveer elke zomer in Zweden doorgebracht en er later ook stage gelopen. En ik kom er nog steeds elk jaar. Als je mij vraagt uit welk land ik kom zeg ik Nederland, maar Zweden is mijn ‘bonusland’. Alleen, de laatste keer dat ik er langere tijd achter elkaar verbleef is al weer een tijd geleden. En we hebben drie kleine jongens die we ook kennis willen laten maken met het land en de cultuur.

Ook ben ik ik moe. Best wel moe. Ik heb vele jaren van alles naast elkaar gedaan en met heel veel plezier: cabaretprogramma’s maken, columns in de krant en op de radio, werken als onderzoeker/ontwerper bij de TU, een gezin beginnen, schrijven voor TV, sidekick bij de radio, een liedjesprogramma maken, een huis kopen en dat drie keer verbouwen. Lange tijd was het geen probleem om het allemaal naast elkaar te doen, ik had eigenlijk altijd meer dan genoeg energie. Toen kwam er een tijd dat ik me voorhield dat het allemaal nog wel naast elkaar kon, maar vorig jaar concludeerde ik: eh nee, het gaat niet meer. Ik merk dat ik ook steeds vaker om me heen kijk en denk: waarom is iedereen hier altijd zo druk en gestrest? Waarbij aangetekend dat die drukte natuurlijk minstens zo hard in mijn hoofd zit als om me heen, en dat hoofd gaat natuurlijk gewoon mee naar Zweden.

Maar het is dan ook weer niet zo dat ik dat jaar in Zweden niks ga doen. Iets van rust ja, maar vooral ook rust om ruimte te maken voor nieuwe dingen. Zo ga ik een populairwetenschappelijk boek schrijven over gebruiksgericht ontwerpen. Een lokale universiteit is zo vriendelijk geweest om mij een bureau en een koffiepas aan te bieden zodat ik daar rustig aan dat boek kan gaan zitten. Verder ga ik ook gewoon door met mijn ‘Hoe moeilijk kan het zijn?’-column voor de Volkskrant. En dikke kans dat ik een en ander ga schrijven over wat ik daar meemaak, want schrijven is nu eenmaal mijn overdrukventiel. Lijkt me leuk om iets van een serie columns te schrijven, nu eens niet over ontwerpen, maar over hoe het is om vanuit het stadse Nederland ineens plompverloren een jaar op het Zweedse platteland door te brengen. Waar en hoe die columns zouden verschijnen, dat moet nog vorm krijgen. Ik zie wel.

En verder ga ik in alle rust en vrijheid nadenken over mijn nieuwe cabaretprogramma, dat ik vanaf 2020 ga spelen. Want ik kom terug, ik ben niet van plan om een Bed & Breakfast te beginnen op het Zweedse platteland, daarvoor hou ik teveel van het theater en van alles wat ik in Nederland heb.

Wil je op de hoogte blijven, volg me dan op Twitter, Facebook of Instagram, daar blijf ik zeker het een en ander plaatsen. En als je een mailtje wil krijgen wanneer de speellijst voor mijn nieuwe cabaretprogramma uiteindelijk online komt, dan kun je je inschrijven voor mijn Optreedalarm.

Nieuwe columnbundel: Ligt Het Nou Aan Mij?

Uitgeverij Maven Publishing brengt begin juni een nieuwe bundel uit van Jaspers ‘Hoe moeilijk kan het zijn?’-columns, dit keer onder de titel ‘Ligt het het nou aan mij?‘.

Ligt het nou aan mij is – na ‘Hoe moeilijk kan het zijn?‘ de tweede bundeling van deze populaire columns uit de Volkskrant, met nieuwe (pijnlijk grappige) gebruiksproblemen en heldere analyses. Dit keer zijn de stukken bovendien gerangschikt aan de hand van de plek van de ontwerpen in ons dagelijks leven – zoals thuis, op internet, fietsen, of op vakantie – waardoor een breder beeld ontstaat van de uitdagingen bij het ontwerpen voor die specifieke soort producten of voor die sector. Ook is elke column voorzien van een humoristisch-informatieve illustratie. Dit boek is een toegankelijke kennismaking met de wereld van gebruiksgericht ontwerpen, vergezeld van de nodige grinniks, giechels en opgetrokken wenkbrauwen.

De boekpresentatie van Ligt het nou aan mij? is op 7 juni in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam

Mastodon