Dit artikel verscheen op 8 april 2016 in de Volkskrant.
Ik ben zo iemand van aan de ene kant en aan de andere kant. Aan de ene kant ben ik voor Europese samenwerking. Ik geloof de belofte dat Europese landen door samenwerking een grotere kans maken op de wereldmarkt en dat ‘het Europese project’ de kans op duurzame vrede vergroot. Als je het goed doet.
Maar aan de andere kant ben ik er de laatste tijd niet meer zo van overtuigd dat de EU het goed doet. Ik zie de EU worstelen met een eurocrisis, met een Griekse schuldencrisis, met een vluchtelingencrisis, wat deels zelf gecreëerde problemen zijn. Maar ‘Europa’ kan een aantal dingen doen om mij als ‘in principe voorstander’ van Europese samenwerking binnenboord te houden.
Bedenk levensvatbare oplossingen, ook als dat moeilijk is. Binnengrenzen schrappen en dan tegen Italië, Spanje en Griekenland zeggen dat de grensbewaking van Europa voortaan hun zaak is, je kon op je vingers uittellen dat dat problemen ging geven. Ronduit gênant is het dat alle Europese landen samen niet verder komen dan de Europese grensbewakingsorganisatie Frontex 145 miljoen euro te geven, terwijl Turkije nu 3 miljard krijgt om het mede daardoor ontstane probleem op te lossen.
Stop maar (even) met groeien
Het gependel tussen Brussel en Straatsburg staat symbool voor het onvermogen van de EU om voor een logische oplossing te kiezen als er één land dwars ligt
Laat zien dat geen enkel land groter in dan de Unie. Dat bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland ook gewoon leden zijn. Dus zorg dat Frankrijk niet jaar op jaar meer dan 3 procent begrotingstekort kan hebben, terwijl is afgesproken dat dit minder zou moeten zijn. Zorg dat ik niet meer te horen krijg dat in Brussel al lang bekend was dat er gefraudeerd werd met de uitstoot van auto’s, maar dat onder druk van Parijs en Berlijn die signalen werden genegeerd. En laat Engeland misschien maar uit de EU moet stappen als het een nóg grotere uitzondering wil.
Maak een einde aan het doelloze maandelijkse gependel van het Europees Parlement tussen Brussel en Straatsburg, wat jaarlijks 180 miljoen euro, en 19.000 ton CO2 kost. Zelfs de Europarlementariërs zelf willen dit. Dit klinkt als klein bier, maar dit gependel staat symbool voor het onvermogen van de EU om voor een logische oplossing te kiezen als er één land dwars ligt.
Stop maar (even) met groeien. Het is duidelijk dat de EU piept en kraakt. Het is moeilijk om tot gemeenschappelijk gedragen oplossingen te komen. Voormalige Oostblok-staten blijken er soms fundamenteel andere waarden op na te houden dan de rest van de EU. Verschillende landen, waaronder Nederland en Engeland, worden ongemakkelijk van de stromen arbeidsmigranten. Minister Asscher heeft dat terecht aangekaart.
Geen worst voorhouden
Laat zien dat de voorwaarden die gelden voor toetreding in de EU net zo hard gelden voor handhaving daarbinnen
De EU is in 2007, met de toetreding van Bulgarije en Roemenië, misschien wel iets te snel gegroeid met landen die nog niet bepaald volwassen democratieën en economieën waren. In ieder geval te snel naar de mening van veel van de inwoners van de EU. Het is simpel: ik wil horen dat er nu gewoon even geen landen bij komen. Niet Oekraïne en niet Turkije.
Ik wil ook niet dat de EU naar deze landen toe schermt met een mogelijk lidmaatschap. Nog niet heel lang geleden hoorden we dat we Turkije toch moeilijk een kandidaatlidmaatschap konden onthouden, omdat ze al zo op de goede weg waren. Voor wie zich afvraagt waar de onrust rond het associatieverdrag met de Oekraïne vandaan kwam: van dit soort uitspraken dus.
Het komt Europese politici vast even niet zo goed uit dat ze niet meer kunnen schermen met mogelijke toetreding, omdat ze landen dan geen worst voor kunnen houden om veranderingen te implementeren, maar op deze manier wordt binnen de huidige Unie wel rust gecreëerd.
Zorg dat Polen een volledig functionerende democratie blijft of uit de EU vertrekt. De huidige regering heeft in korte tijd de pers en het Constitutioneel Hof beperkt waardoor de rechtstaat wordt ondermijnd. Laat zien dat de voorwaarden die gelden voor toetreding in de EU net zo hard gelden voor handhaving daarbinnen.
Geen trek in Eurokritische partij
Ik baal van mijn eigen landelijke politici die zich verschuilen achter Europa zodra er slecht nieuws is
Ik ben voor Europa, maar voorlopig wil ik een beter Europa zien voor ik méér Europa wil. Als voor een beter Europa meer samenwerking nodig is, laat mij dan zien waarom en dan kunnen we het daarover hebben. Ik ben daartoe bereid. Maar daar is vertrouwen voor nodig. En in tegenstelling tot wat velen beweren ben ik wél geïnteresseerd in wat er in Europa gebeurd. En ik baal van mijn eigen landelijke politici die zich verschuilen achter Europa zodra er slecht nieuws is.
Als de Unie werk maakt van het bovenstaande, hoef ik bij de volgende Europese verkiezingen niet op te schuiven naar een Eurokritische partij. Daar heb ik totaal geen trek in, maar ik ben druk op zoek naar een manier om politici te laten merken hoe ik over de EU denk. Het referendum vond ik daartoe een oneigenlijk middel, maar ik zit wel met een paar zorgen. Politici kunnen proberen burgers te overtuigen door te schermen met morele plichten, dat Europa een hoger doel dient, dat het licht anders uitgaat, maar ik denk dat ze beter vertrouwen en hoop kunnen geven door deze zorgen weg te nemen.