Crematoria

Alles klopt op een uitvaart. Als het regent is het toepasselijk, als de zon schijnt ook. Geëmotioneerd gehakkel tijdens een toespraak raakt, in plaats van dat het stoort. Op een begrafenis luister je welwillend naar muziek van Hepie & Hepie, als dat nou eenmaal de keus van de overledene was.

Over uitvaarten ligt een hele dikke mantel der liefde. Maar zelfs die is niet dik genoeg om van crematoria of uitvaartcentra iets van een acceptabele plaats te maken. Zouden er serieus mensen zijn die het liefste afscheid nemen van hun dierbaren in een ruimte van kaal beton, zwart-glimmende tegels en met een nuffig systeemplafond? Waarom hebben crematoria altijd de uitstraling van een crematorium?

Het lijkt wel alsof we, toen we uitvaarten steeds meer buiten de kerk gingen houden, hebben gezegd: ‘Goed, dan maken we een ruimte net als een kerk, maar dan zonder de religieuze bijbetekenis, de gebrandschilderde ramen, houten bankjes en zonder ornamenten en beelden. Wat houden we dan over? Iets kils met klapstoelen? Prima, doen we.’

Natuurlijk heb je verdriet bij een uitvaart, maar zou dat niet juist een reden moeten zijn om de ruimte waarin het afscheid plaatsvindt iets van warmte of troost te laten bieden? Die kilte van uitvaartaula’s en crematoria slaat de boel – excusez le mot – dood. De hele ruimte lijkt te zeggen: hou alles binnen, toon geen emotie. Je gaat als vanzelf fluisteren en het voelt ongepast om een knuffel te geven, dus sta je ineens stijf handjes te schudden.

Ik was bij het afscheid van de moeder van een goede vriend van mij. Het vond plaats op een landgoed waar meestal feesten en bruiloften worden gehouden, in een van de bijgebouwen, een voormalige boerderij. Veel groen eromheen, maar dan niet van dat ingetogen zelfs-de-planten-zijn-verdrietig groen. Binnen een strooien dak, houten balken, oude rode plavuizen. Na afloop stonden we buiten op een terras, dronken een glas en aten wat, terwijl kinderen speelden in een zandbak en een speelhuis.

‘Dit is een goeie plek’, zei ik tegen mijn vriend. ‘Ja’, zei hij, ‘ik verdomde het om afscheid van haar te nemen in zo’n naargeestig uitvaarttheater.’ Hij had gelijk. Ik zag voor het eerst in tijden een uitvaart waarbij de locatie een beetje meewerkte.

Deze column verscheen op 12 mei in de Volkskrant.

Delen:
Mastodon