Column over de migratiecrisis in de EU tijdens Radio EenVandaag op vrijdag 29 juni.
Afgelopen week werd de Nederlandse ‘chapter’ van de Pan-Europese partij ‘Volt’ gepresenteerd. Dat het een chapterwordt genoemd en niet gewoon een afdeling is natuurlijk expres, want internationaal. Persoonlijk ben allang blij dat het geen chapitreof départementis, want ik heb sinds de middelbare school niet meer Frans van enig niveau gesproken, maar die Fransen zien nu met de Brexit weer hun kans schoon om hun taalgebied te vergroten. Als je die hun gang laat gaan is voor je het weet DWDD verplaatst naar TV5 Monde. Maar goed, chapterdus. Engels, daar struggle ik dan mee, ik vind dat niet zo chill maar hey, the world is a global village, en dat soort Engelse termen poppen massief op, dus je bent een beetje een pijn in de aars als je daar tegenwoordig nog over loopt te whinen, dat is zóoooo 1998. Ik bedoel, really.
Ik zat te kijken naar de positieve, progressieve, frisgewassen en welvarende jongeren van Volt en ik bedacht me dat ik zo graag fan zou zijn van de EU. Maar ik ben het niet. Ik kom niet verder dan er niet tegen zijn. De EU is een prachtige droom, maar de praktijk valt vaak zo tegen. Er genoeg mensen – met name mannen – die fantaseren van een trio. En dat is een mooie droom maar in de praktijk is het toch altijd onbeholpen met nét te veel handen en voelt altijd iemand zich tekortgedaan. Als mijn vriendin meeluistert: dit heb ik van horen zeggen.
Mijn gebrek aan enthousiasme zit hem er vooral in dat de EU de laatste jaren zo ontzettend uitblinkt in het verzinnen van slechte oplossingen voor problemen die het zelf heeft veroorzaakt. En je kunt zeggen dat dat een vooruitgang is ten opzichte van de Tweede Wereldoorlog, want toen hadden nog Amerika en Rusland voor om van het ene probleem in het andere te rollen, en inmiddels kunnen we dat helemaal zelf. Hoera. Maar laten we eerlijk zijn, niemand is er beter in dan de EU als het gaat om het negeren van problemen die iedereen aan van verre aan ziet komen. De enige organisatie die daar binnen Europa misschien beter in is, is de Blokker.
De EU begon met de Euro een muntunie zonder dat landen iets te zeggen hebben over elkaars begrotingsciscipline. Resultaat: een financiële crisis rond Griekenland. De EU mengt zich in de persoon van Juncker en Hans van Baalen in de Maidanrevolutie in de Oekraïne, waardoor Rusland over de zeik gaat omdat het geen EU in zijn achtertuin wil. Luister, ik praat niet goed wat Rusland deed, maar als Hans van Baalen morgen met zijn roodaangelopen vollemaansgezicht en een Europese vlag bij mijn achtertuin dingen over de heg gaat staan roeptoeteren trek ik ook een groene overal aan en val ik de Krim binnen. En dan natuurlijk het huidige immigratievraagstuk. Wél de Europese binnengrenzen weg laten vallen, maar geen fatsoenlijke bewaking van de buitengrenzen opzetten.
Alle lidstaten willen wél de voordelen van de EU, maar niet de benodigde investeringen doen of compromissen sluiten. De EU is als een stel dat besluit om te gaan samenwonen, want dan zie je elkaar vaker én met z’n tweeën kun je een groter huis te betalen, maar dat geen van beiden dan enige concessies wil doen aan hoe ze leven. Dus zit je dan uiteindelijk in een woonkamer met twee eettafels, twee zithoeken, twee plafondlampen, twee koffietafels en slaap je beiden nog steeds in je eigen tweepersoonsbed, maar nu boven elkaar in de slaapkamer gemonteerd. Oh ja, en dan heb je nog de Visegrad-landen – Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije – die een kamer onderhuren in het huis, maar de deur van kamer altijd potdicht houden, alleen van hun kamer komen om mee te eten en af en toe onder de deur door schelden op de huisregels. Welkom in de EU. Wel samen, maar verdomd weinig liefde.
Pas als binnen de EU een probleem dan zó groot is dat negeren écht niet meer kan, dan pas wordt er ingegrepen en komt er een akkoord. Geen oplossing, een akkoord. Want ook het gisteren gepresenteerde migratie-akkoord is geen structurele oplossing. Het cynische is, is dat het immigratieprobleem is inmiddels eigenlijk geen immigratieprobleem meer is, er is een politiek probleem. Het aantal immigranten is gedaald tot een beheersbaar niveau, als je dat netjes verdeelt kunnen landen dat best opvangen. Alleen is het draagvlak voor de opvang van welke hoeveelheid vluchtelingen dan ook de afgelopen jaren weggevaagd door het gevoerde Europese migratiebeleid. Of eigenlijk: door het ontbreken van een Europees migratiebeleid.
En daar zit hem de crux. De EU krijgt weinig voor elkaar vanwege een gebrek aan draagvlak en daardoor ontstaan er nieuwe problemen die het draagvlak verder uithollen. Dát is de vicieuze cirkel waar de EU uit moet komen.
Dat ging er allemaal door me heen terwijl ik keek naar de frisgewassen optimistische jongeren van Volt. Zij houden wel van de EU. Of op z’n minst van Europa en ze zien daarbij de EU als een belangrijk middel. Met een schuin oog naar het verleden is voor veel inwoners van Europa de EU niet meer dan een manier om erger te voorkomen, maar voor deze jongeren is de EU een manier om Europa beter en mooier te maken. Ze hebben in het buitenland gestudeerd of gewerkt, ze werken intensief samen met collega’s door heel Europa. En daardoor hebben ze vertrouwen. Europa hangt momenteel van achterdocht aan elkaar. Als de EU een toekomst wil is vertrouwen de sleutel. En misschien zelfs een beetje liefde. Of zoals de jongens en meisjes van Volt het zouden zeggen: love.