Als je zeker wilt weten dat een product dat je ontwerpt niet gebruikt gaat worden door mensen die ook maar enigszins gezond zijn en jonger dan 80, zet er dan ‘ergonomisch ontworpen’ op. Bam, ineens zit je in het hoekje van de semi-medische spullen voor zielige mensen. Een armsteun voor aan je bureau – compleet met scharnierende constructie – of een sandaal met bolle zool waarmee je nog uitgelachen wordt in een revalidatiecentrum.
Het woord ergonomie is op een of andere manier synoniem geworden voor comfortabele, moeilijke uitziende, lelijke producten voor mensen met een horrelvoet. Gek genoeg. Want ergonomie is niets meer of minder dan de wetenschappelijke discipline die zich bezig houdt met het begrijpen van interacties tussen mensen en andere elementen van een systeem, en de beroepsgroep die theorie, principes, data en methodes toepast in ontwerpen, met als doel menselijk welbevinden en totale systeemprestatie te optimaliseren. Aldus de ergonomen zelf. Die definitie is misschien wel de beste illustratie van het probleem van de ergonomen: wat ze doen klópt allemaal wel, maar echt aantrekkelijk is het niet.
LELIJK
Het moet niet óf mooi óf ergonomisch, het moet mooi én ergonomisch
Tijdens mijn studie Industrieel Ontwerpen moest ik een kantoortelefoon ontwerpen. Braaf dook ik de ergonomische handboeken in om op te zoeken hoe breed de knoppen zouden moeten zijn. Ik eindigde met een ontwerp dat zelfs nog gebruikt zou kunnen worden door een stratenmaker met werkhandschoenen aan. Ergonomisch gezien klopte het, maar het was ook gewoon – eh, ja – lelijk. Bij de eindpresentatie stond ook een jongen met een prachtig, verfijnd toestelletje. Lekker alle normen genegeerd. ‘Dat met die ergonomie gaan we dus niet meer doen’, dacht ik toen.
Productontwikkeling is én-én. Het moet niet óf mooi óf ergonomisch, het moet mooi én ergonomisch. Ergonomie gaat over het maken van dingen die passen bij mensen. Maar de meeste mensen kopen een product niet omdat het ergonomisch is. Ergonomie is vooral een verkoopargument als je een probleem hebt, dus zijn ergonomische producten dingen voor mensen met problemen. En dat verkoopt niet heel lekker.
Apple stond jarenlang bekend om z’n gebruiksvriendelijke computers. Maar het adverteerde met ‘Think Different’. En ook in de latere ‘Mac versus pc’ spotjes – waarin Mac werd gespeeld door een frisse eind-twintiger en pc door een stoffige kantoorman – werd niet zozeer het gebruiksgemak van Apple benadrukt, maar eerder het klunzige van pc’s. Zelfs toen Apple gebruiksgemak benadrukte, benadrukte het gebruiksgemak niet. En al helemaal niet met een sticker met ‘ergonomisch ontworpen’.