Kent u die van die architect die een kantoor voor een grote Nederlandse bank ontwierp en vervolgens een verbod uitvaardigde op het plaatsen van archiefkasten hoger dan heuphoogte, ook bij juridische zaken, omdat ‘het thema transparantie was’?
Of die van die architect die het bedrijfsrestaurant van een ministerie van boven tot onder rood schilderde en van harde, anti-akoestische materialen voorzag waardoor de ambtenaren tijdens de lunch knettergek werden? En die dat onderbouwde met: ‘iedere ruimte moet een indruk achterlaten’?
Of die van die architecte die een theater ontwierp en vervolgens verordonneerde dat de posters van voorstellingen opnieuw moesten worden afgedrukt in blauwtinten, zodat ze beter bij het gebouw pasten?
Hilarisch. Behalve als je erin moet wonen of werken.
Architecten lijken de gebruikers van hun gebouw zelden centraal te stellen. Kan te maken hebben met de schaal waarop ze werken. Waar productontwerpers met hun neus op de menselijke maat zitten, werken architecten op de schaal van de stad of het gebouw.
En ze willen een visueel statement neerzetten. Helaas komen er vervolgens mensen in dat statement. Mensen die allemaal hun eigen kleur gordijnen ophangen. Vervelend, want veel architecten zien hun gebouw niet als een functioneel object, maar eerder als een vorm van expressie en zichzelf als auteur, werkend aan een oeuvre als Groot Architect. Daarom oefenen ze het auteursrecht op hun gebouwen actief uit en bemoeien ze zich met de inrichting. Tot de plantjes in de vensterbank aan toe (niet toegestaan). Verbouwingen moeten eerst worden voorgelegd aan de oorspronkelijke architect. Gaat die niet akkoord, dan rest een civiele procedure.
Natuurlijk gaat het je als ontwerper aan het hart als gebruikers iets anders doen met je ontwerp dan je in gedachten had. Maar het zou apart zijn als autobezitters een gerechtelijk bevel zouden ontvangen om de spoilers van hun auto te verwijderen.
Als architecten meer oog zouden hebben voor hoe mensen leven en werken, hoeven de gebruikers van het gebouw niet te vragen om vervelende aanpassingen als geluidsdemping, kapstokken en archiefkasten.
Kent u die van die architect die rond een nieuw universiteitsgebouw een grasveld liet aanleggen en die daar waar het gras uitsleet voetpaden aanlegde? Of die van de architect die meeliep met de technische ploeg van een theater om te leren hoe je het achter de schermen inricht? Dan ben je een grote.