Mijn afstudeerhoogleraar is afgelopen week, vlak na zijn pensioen, overleden. Jan Buijs hield zich bezig met creativiteit en innovatie. Dat roept wellicht het beeld op van een hyperactieve man die wilde ideeën rondstrooit en om de drie woorden gamechanger, disruptie of greenfield roept.
Zo’n man was Jan Buijs niet. Hij inspireerde juist door zijn pragmatische blik op innovatie. Een blik die mij – en veel andere studenten – heeft gevormd. Het begon bij mijn allereerste bezoek aan Industrieel Ontwerpen in Delft, waar hij tijdens een open dag een presentatie hield. Later volgde ik zijn colleges, studeerde bij hem af en had hem als opponent bij mijn promotie.
Tijdens mijn afstuderen ontwikkelde ik een lamp die informatie kon overbrengen (Journaal begint! File op je vaste traject!) door middel van lichtkleur en -intensiteit, beweging en geluid. Ik uitte mijn zorgen dat wat ik had ontworpen, voortbouwde op een eerder door een onderzoeksgroep gepubliceerd idee. Was het wel origineel genoeg? ‘Het gaat erom dat je iets maakt dat werkt. Zij hadden een idee, jij maakt er een product van. Soms moet je iets nieuws bedenken, andere keren juist voortbouwen op de ideeën van anderen.’ Het tekent hem en zijn visie op innovatie.
Innovatie is niet makkelijk, dus pak het goed aan. Creativiteit laat zich afdwingen. Innovatie is niet alleen een idee hebben, maar ook goede uitwerking en marktintroductie. Jan verkende hoe bedrijven innoveren als ze móeten; omdat de omzet uit bestaande producten terugloopt of ze bedreigd worden door nieuwe technologische ontwikkelingen.
Als voorbereiding op zijn afscheidsrede hield hij gesprekken met collega’s en mensen uit het veld. We gingen lunchen. ‘Waar zou ik het over moeten hebben?’, vroeg hij.
Ik zei dat ik benieuwd was wat hij, met al zijn kennis over innovatie, zou doen als hij nu een innovatieafdeling moest managen.
‘Ik zou een team vormen dat op zoek gaat naar mislukte projecten. En dan kijken wat je ermee kunt. Innovatieprojecten zijn duur en kunnen mislukken om de kleinste dingen. Soms was de markt net niet rijp voor een idee. Of is een technologie toegepast in de verkeerde markt, en kan het in een andere alsnog slagen. Bij gefaalde projecten zijn die kosten afgeschreven en heb je vaak ook nog de patenten in handen. Briljante businesscase.’
Ik keek naar hem terwijl ik een hap van mijn broodje nam. Zijn ogen glommen. En ik dacht: ‘Man, wat is het jammer dat jij weggaat.’
Deze column verscheen in de Volkskrant op 12 december 2015