Station Arkel

Voor de vierde keer in een half jaar sta ik op een maandagochtend vloekend op station Arkel. Niet dat iemand het hoort, want station Arkel is niet heel druk bezocht.

Mijn band is leeg. Niet lek, leeg. Er zit een gapend gat op de plek waar mijn ventiel normaal gesproken zit. Zie maar eens een ventiel en een fietspomp te regelen om acht uur ’s ochtends bij een onbemand station in de Alblasserwaard.

Het is mijn eerste baan en het kost me elke dag twee uur om op kantoor te komen. Met het openbaar vervoer. Ik heb het type hersenen dat me wel in staat stelt om een universitaire studie af te ronden, maar dat me niet laat weten dat het handig is om eens een keer m’n rijbewijs te halen.

Dus: fietsen van huis naar station Delft, trein naar Dordrecht, overstappen op de trein naar Arkel en dan nogmaals met de fiets de laatste 7,5 kilometer. En die fiets, die fiets op station Arkel, die is dus ontdaan van zijn ventiel door feestende Arkelse tienerjeugd op proefverlof. Tenminste, daar ga ik van uit, want het is altijd en alleen op maandagochtend.

Ik bel de NS of ik een fietskluis kan huren. ‘Helaas, allemaal vol.’ Wachtlijst? ‘Kan. Duurt waarschijnlijk een jaar.’ Een jaar. Dan zijn we acht ventielen verder.

Wat kan ik nog doen? Een smekend briefje op mijn zadel? Elke vrijdag preventief mijn eigen ventielen verwijderen? Een SIRE campagne om de Arkelse jeugd op andere gedachten te brengen? Een heropvoedingskamp? 220 volt op mijn ventiel?

Ik probeer me voor te stellen hoe het er hier op het station aan toe gaat, op zaterdagavond. Het zullen niet echt vandalen zijn, die trappen je fiets gewoon in elkaar. Dit is meer baldadigheid. Ze zullen in een groep zijn. En, gok ik, dan is het wegmikken van mijn ventiel alleen cool als je het ten overstaan van je vrienden terloops kunt doen.

Dus doe ik dit: ik draai voortaan mijn wiel zo dat de ventielen precies tussen de voor- en achtervork staan. Ze zijn nauwelijks meer te zien en lastiger te pakken.

Het verschil tussen moeten lopen naar het werk en kunnen fietsen blijkt inlevingsvermogen in Arkelse jongeren en je wiel een stukje draaien.

Dit is een column uit de serie die Jasper in de zomer van 2013 schreef voor NRC next over mens-product interactie.

Delen:
Mastodon