Ik kijk naar het bedrag onderaan de offerte. We gaan verbouwen en ik heb een bevriende architect gevraagd wat het zou kosten als hij ons helpt een ontwerp te maken en dat uit te werken in bouwtekeningen. Ik kijk nog eens naar het bedrag.
Ik ben ontwerper. Nou goed, ik ben opgeleid als ontwerper en daarna heb ik onderzoek gedaan naar ontwerpen. Ik weet wat de waarde van ontwerpen is. lk weet dat een goed ontwerp z’n geld terugverdient, door slimme keuzes van materialen, doordat je iets krijgt wat beter aansluit bij het gebruik, doordat je niet halverwege het bouwproces dingen opnieuw moet gaan zitten doen. Ik weet dat.
Ik weet ook dat goeie tekeningen de communicatie tussen mij en mijn aannemer enorm zullen verbeteren. De beschrijving ‘Deur met glazen ruitjes tussen de trap en de keuken’ laat aanzienlijk meer ruimte voor interpretatie dan een tekening waarop precies staat hoe die deur eruitziet en waar hij moet worden geplaatst en in wat voor kozijnen. Ik weet dat allemaal.
En ik kijk nog eens naar het bedrag.
Op de totaalkosten van de verbouwing valt het wel mee. Maar ik vind het toch veel geld, voor niks. Of nou ja, niks. Ja, niks (cue music ‘Money for Nothing’ – Dire Straits). Kijk, als we voor dit bedrag nou eens beton zouden storten of gips. wandjes zetten, dan krijg je er wat voor terug. Zelfs al heb helemaal geen betonnen vloer of gipswandjes nodig. Dan kun je het aanraken, zien, ruiken, voelen. Dan zie je waar je voor betaalt. Maar zolang een ontwerp nog niet is gerealiseerd, is er niets. Ja, ideeën, concepten, tekeningen. Dat is het probleem met een ontwerp, dat krijgt waarde pas in de uitvoering.
Ik heb zó vaak aan de andere kant gestaan. Tegenover in mijn ogen kortzichtige managers, vrienden en bedrijven betoogd dat een goed ontwerp zichzelf terugverdient. Maar moet ik zelf een keer een ontwerp inkopen, vind ik het toch wel veel geld. Voor niks. We doen het toch maar.
En het werkt. Hij stelt de juiste vragen: hoe willen jullie de ruimte gaan gebruiken? Wat voor materialen willen jullie? Wat moet de stijl zijn? Hij maakt twee voorlopige ontwerpen waarin hij onze eisen en wensen verwerkt. En komt dan met een derde ontwerp. ‘Ik weet dat dit niet precies is waar jullie om vroegen, maar ik wil het jullie wel later zien, want ik denk dat dit is wat jullie zouden moeten doen.’ En hij heeft gelijk. Dat moet het worden. Ook in de uitwerking van het ontwerp en de communicatie met de aannemer bewijst hij zijn waarde.
lk moest een keer niet ontwerpen om weer te leren hoe waardevol ontwerpen is. Dus de volgende keer als ik ga verbouwen, staar ik waarschijnlijk weer net zo hard naar dat bedrag op de offerte van de architect. En dan huur ik hem weer in.
Column in De Ingenieur 9 van september 2015