De knoppen van de meeste wasbakkraantjes hebben iets van ribbels, zodat je ze makkelijk open en dicht kunt draaien. Zo niet het exemplaar waarmee ik in het toilet van vrienden sta te worstelen. Weggemoffeld in de hoek van het priegelwasbakje zit een Philippe Starck-kraan. Design dus. En als een productcategorie eenmaal ‘design’ ontdekt, worden alle registers opengetrokken. In dit geval resulteert dat erin dat mijn natte vingers extra hard moeten knijpen om de volledig gladde knop van de kraan dicht te krijgen.
‘Design’. De reddingsboei van elke producent die zijn omzetcijfers ziet dalen, omdat iedereen dat product nu wel heeft of omdat er veel concurrentie is. Design is het antwoord op de nachtmerrie van elke productmanager: ‘commoditization’: dat consumenten nauwelijks meer verschil zien tussen de verschillende producten en het ze dus ook nauwelijks meer uitmaakt welke ze kopen.
Gelukkig is er dan altijd nog ‘design’. Niet design als in ‘een slim ontwerp dat op een andere manier werkt of dat nieuwe behoeften aanboort’, maar design als in: geborsteld aluminium. Of met een ‘gek’ detail. Of van een beroemde ontwerper. Of – ’t kan niet op – alle drie.
Kranen zitten in die fase. Sla een badkamerbrochure open en je wordt overspoeld door wat een van mijn docenten vroeger ‘vormdwang’ noemde. Producten met een vormgeving die in niets wordt bepaald door de werking van het product of door het gebruik ervan. Een kraan met een vierkant chromen platformpje erop. Een kraan waarbij het lijkt alsof er geen wateruitloop aan zit. Een kraan met juist een halve meter lange horizontale stang als uitloop. Het is de vorm, styling, ‘design’ in z’n platste vorm, die leidend is geworden. Bij kranen is de doos van Pandora helemaal opengegaan en dan nog eens een paar keer flink leeggeschud.
Een van de grootste auto-ontwerpers aller tijden is Giorgetto Giugiaro. Hij is wereldberoemd om zijn styling van sportwagens als de Ferrari 250GT en de Maserati Quattroporte. Een stylist? Ja, maar ook de ontwerper van de Volkswagen Golf en de Fiat Panda. Die Giorgetto Giugiaro dus, die zei ooit: ‘Wat je ook aan mooie ontwerpen wilt maken, je moet blijven bedenken dat een lepel dient om mee te eten.’ Een lepel met een ronde steel, zo legde hij uit, ligt niet stabiel in de hand.
Dat lijkt me nou mooi, een tweegesprek tussen Philippe Starck en Giorgetto Giugiaro en dan halverwege, hop, dat kraantje van Starck op tafel.