Vrije plaatskeuze

Ik loop het podium op van het pas-geopende theater waar ik een try-out presenteer van het cabaretfestival Cameretten. Leuk theater, maar het is het eerste seizoen en ‘de loop zit er nog niet helemaal in’. Niet erg, ook met wat minder bezoekers kun je nog steeds een prima avond hebben. Wat wel erg is, is dat het ongeplaceerde kaarten zijn en mensen dus zelf een plaatsje mogen uitzoeken. Zoals altijd wanneer dit het geval is, verspreidt het publiek zich netjes door de zaal. Niet te dicht op elkaar en zeker niet te dicht naar voren.

In een lege zaal direct naast een vreemde gaan zitten is echter ietwat ongemakkelijk

Terwijl, je wilt het publiek – in elk geval bij cabaret – juist dicht op elkaar en dicht naar voren. Dan heeft de cabaretier makkelijker contact met de zaal en lacht het publiek meer, want elke persoon is dan niet omringd door lege stoelen, maar door (potentieel) lachende mensen. En als je mensen hoort lachen, ga je zelf sneller lachen. Bovendien, als alle bezoekers bij elkaar zitten ziet vrijwel niemand lege plekken voor zich, wat de beleving van de avond ook weer verbetert.

In een lege zaal direct naast een vreemde gaan zitten is echter ietwat ongemakkelijk. Je voelt je dan toch als de gek die in een lege treincoupé precies naast de enige andere passagier gaat zitten. En dit gebeurt niet alleen bij vrije plaatskeuze, het treedt ook op als er online wordt geboekt, waarbij je vaak zelf je stoel kan uitkiezen. Sommige onlineboekingssystemen proberen een al te grote publieksgatenkaas te voorkomen door aanvankelijk maar een beperkt aantal stoelen vrij te geven.

Misschien is het vanwege ons eigen ongemak wel beter ons weer over te geven aan de vriendelijke maar gebiedende hand van de kassadame

De vraag is wat de meerwaarde is van zelf je stoel kiezen. Vroeger gaf je bij je bestelling de gewenste rang door en vulde de kassadame de zaal dan zo goed mogelijk op. Er was de suggestie van keuze – ‘Ik heb twee stoelen op rij 3, in het midden’ – maar in feite had je te maken met een verlicht despoot. Misschien is het vanwege ons eigen ongemak wel beter ons weer over te geven aan de vriendelijke maar gebiedende hand van de kassadame.

Maar deze avond is het vrije plaatskeuze, dus vraag ik het publiek, of ze mij, maar vooral zichzelf een plezier willen doen en dichter bij elkaar willen gaan zitten. Echt dicht bij elkaar. Na wat aandringen van mijn kant, besmuikt gelach en kennismakende hoofdknikjes zitten ze uiteindelijk in vier knusse rijen. We kunnen beginnen.

Deze column verscheen in De Volkskrant op 30 april 2016

Delen:
Mastodon