Af en toe kom ik nog zo’n ringband tegen met op de rug een vergeeld papiertje: TH Delft. Technische Hogeschool. Het is al jaren TU Delft, een universiteit. Geen fietsenmakers, geen fröbelaars, maar serieuze onderzoekers. Technische opleidingen, ook de ontwerpende, worden steeds ‘wetenschappelijker’. Wat van oorsprong een ingenieursopleiding was, wordt steeds meer een opleiding in de ingenieurswetenschappen. Bij Industrieel Ontwerpen, waar ik zit, krijgen studenten meer onderzoeksmethodologie, moeten papers lezen en papers schrijven. Door die toegenomen aandacht voor onderzoek kun je als universiteit bijdragen aan de ontwikkeling van het vakgebied door middel van nieuwe kennis. En kunnen studenten worden gevoed met de nieuwste kennis, door de mensen die die kennis zelf hebben vergaard. Maar soms wringt het.
Wetenschappers willen de werkelijkheid begrijpen, ingenieurs de werkelijkheid veranderen. Wetenschappers hebben inzicht en kennis als doel, ingenieurs het creëren van oplossingen en het verleggen van grenzen. Ze moeten dan wel weten waar ze kennis kunnen vinden en hoe ze deze moeten interpreteren, en hun ontwerp kunnen onderbouwen. Maar ze hoeven van mij geen paper te kunnen schrijven. Schrijven is voor de meeste studenten in Delft überhaupt niet hun grootste hobby. Wetenschappelijke artikelen lezen ook niet. Ik leg ze dan uit dat ze uit die papers dingen kunnen halen die hun ontwerp of ontwerpvaardigheden beter maken. En dat hun afstudeerverslag ze helpt hun gedachten te ordenen en dus een beter ontwerp te maken. En voor mij is het een manier om in hun hoofd te kijken.
Maar er zitten er ook tussen die heel goeie ontwerpers zijn, maar voor wie ‘wetenschappelijk schrijven’ een marteling is. Van het type `graftakkehekel aan wiskunde A vanwege die verhaaltjes, doe mij maar wiskunde B, gewoon rekenen’. Als je van dichtbij kijkt hoe deze studenten werken, dan zie je ze precies die dingen doen waar je op hoopt. Je ziet ze razendsnel een probleem uiteenrafelen. Ziet hoe ze alternatieven verkennen en afwegingen maken. Ze doen eigenlijk alles volgens het boekje – misschien nog wel beter – alleen schrijven ze het niet graag op in een boekje.
Horen die studenten dan wel thuis aan een universiteit? ja. Het is niet zo dat we altijd eerst kennis moeten genereren om die vervolgens in oplossingen toe te passen. Vaak genoeg genereert het maken van een ontwerp nieuwe kennis, evenals nieuwe vragen. Ik denk dat de technische universiteiten een manier moeten zoeken om plaats te blijven bieden aan studenten die beter kunnen ontwerpen dan schrijven, die meer ingenieur zijn dan wetenschapper, die niet alleen bèta zijn, maar vooral ook bouwer. Een grens verleg je niet door erover te schrijven, een grens verleg je door hem te verleggen.
Column in De Ingenieur 10, oktober 2015