Ik druk op de knop aan. Vervolgens moet ik even wachten tot de door Ziggo geleverde Humax-harddiskrecorder annex decoder opstart. Of even, ZEVENENTWINTIG seconden. Ik wil gewoon tv kijken en dan moet ik een halve minuut wachten.
Zei ik een halve minuut? Tegen die tijd kan ik inderdaad naar tv-zenders kijken, maar als ik iets met Uitzending Gemist wil moet ik het ’tv-portal’ in. De betreffende knop doet bij de eerste keer drukken niets. De tweede keer verschijnt een dialoogvenster: ‘iTV-001: Controleer uw internetverbinding en probeer het nogmaals.’ Maar mijn internetverbinding is prima, niks mis mee. Vijf dialoogvensters en 30 seconden verder krijg ik de mededeling ‘verbinding’ en wordt het ’tv-portal’ geladen.
Het ding is plat, het ding heeft miljoenen kleuren, het ding is digitaal, maar wat opstarttijd betreft, presteert deze tv ongeveer even goed als de eerste zwart-wit buizentelevisie van mijn ouders.
Moeilijk te begrijpen producten zijn frustrerend genoeg, maar producten die traag reageren wekken bij mij een fysieke reactie op. Die begint met een soort kramp tussen mijn schouders, maar kan eindigen met een vuistslag op het betreffende apparaat. Omdat je niks kan. Als je iets niet snapt, kun je nog proberen het alsnog te begrijpen, maar als het apparaat bij elke stap 15 seconden moet nadenken, dan doe je daar niks aan.
Het ontwerp van Ziggo’s interface is niet slecht. Het menu is vrij logisch opgebouwd, de termen zijn begrijpelijk genoeg. Maar het kastje waar ze het in hebben gepropt, schiet kilometers tekort om de interface goed te kunnen weergeven. Het kan best dat een prototype van deze user interface tijdens een gebruikstest heel goed scoorde op gebruiksvriendelijkheid, of dat hij prima functioneert op Ziggo’s nieuwere kastjes, maar voor het net wat oudere kastje waarnaar ik nu zit te schelden, is hij veel en veel te zwaar. Wat resulteert in lange opstarttijden en trage of zelfs geen feedback. En geen enkele user interface, hoe goed ontworpen ook, overleeft grote vertragingen.
Ik sprak ooit een interactieontwerper die interfaces voor MP3-spelers met een verkoopprijs van 30 euro ontwierp. Voor die prijs heb je geen snelle hardware. ‘Hoe krijg je zo’n interface dan toch gebruiksvriendelijk?’, vroeg ik. ‘Het allereerste wat ik doe’, zei ze, ‘is praten met de jongens van hardware, zodat ik weet wat de beperkingen daarvan zijn. Kan ik daar rekening mee houden. Ik wil geen droominterface maken, ik wil een goede interface maken.’
Deze column verscheen in De Volkskrant van 6 juni 2015.