Wat maakt apparaten met touchscreens nou zo gebruiksvriendelijk? Een iPad is zo simpel dat kinderen van twee ’m kunnen gebruiken. Zelfs Eerste Kamerleden schijnen ermee overweg te kunnen. Maar waarom?
Omdat het touchscreen niet de logische opvolger van de joystick of het balletje is, maar een fundamenteel andere gebruikersinterface. Een touchscreen maakt directe manipulatie mogelijk. Je beweegt je vinger naar waar je iets wilt doen. En daar klik je of sleep je of veeg je. Dat klinkt logisch, maar dat was het heel lang niet.
Op het scherm zijn we tijdenlang vertegenwoordigd door de cursor. Een pijltje of een selectiebalkje. Wij wezen de knoppen op het scherm niet aan, dat deed de cursor voor ons. En die cursor bedienden we met joysticks, pijltjestoetsen, aanraaksensors, rollerballetjes. Vooral op smartphones, met veel functies en kleine afmetingen, was dat vaak moeizaam. Alsof je een milkshake door een te klein rietje zuigt.
Bij een touchscreen is er een laag tussenuit. Je vinger is de cursor. Directe in plaats van indirecte interactie. Je doet wat je wil doen, in plaats van dat je een cursor bestuurt en een menu opent dat de actie oproept die je wilt doen. Je gaat naar de volgende foto door een bladerbeweging te maken. De afmetingen van een foto aanpassen doe je door de afmetingen van de foto aan te passen, niet door op de knop ‘resize’ te klikken.
Een ander probleem waar makers van smartphones mee worstelden is de combinatie van een groot aantal functies met een standaard knoppenset. Het liefst zou je de gebruiker voor elke functie de juiste knoppen bieden, maar dat zou leiden tot een bedieningspaneel als in een Boeing 747. Dat is wat er wel kan met een touchscreen: de user interface aanpassen aan wat je aan het doen bent. Een groot kijkoppervlak en een paar kleine knoppen voor het kijken van filmpjes. Een qwerty-toetsenbord en een wat kleiner ‘scherm ’ voor mailen of sms’en.
Door hun toegankelijkheid en flexibiliteit zijn touchscreens een essentieel ingrediënt geweest voorde opkomst van apps. En het bracht onze senatoren in de Eerste Kamer aan de tablet. Dat is misschien nog wel knapper.
Dit is een column uit de serie die Jasper in de zomer van 2013 schreef voor NRC next over mens-product interactie.